Bij deze roep ik de rubriek ‘Bomenfeitjes’ in het leven! Onlangs heb ik namelijk het boek The hidden life of trees gekocht van Peter Wohlleben (in het Nederlands: Het verborgen leven van bomen). Ondertitel van het boek luidt: What they feel, how they communicate: discoveries from a secret world. Aangezien ik mijn Instagramvolgers vaak onderspit met bomenfeitjes, kon ik dit boek natuurlijk niet laten liggen. In deze blog wil ik het eerste hoofdstuk met jullie delen. Dat gaat over vriendschap tussen bomen. Dat bestaat dus en is fascinerend!
Hoe bomen leven
Voordat ik meer vertel over vriendschap tussen bomen en hoe zij elkaar helpen, is het eerst belangrijk om kort uit te leggen hoe bomen groeien. Let op: want hier volgt het eerste bomenfeitje.
Bomen hebben – net als wij – eten nodig om te leven. Bomen eten ‘suiker’. Zij maken die suiker zelf. Bomen zetten namelijk de opgenomen CO2 om in glucose. Misschien ken je de officiële naam wel: fotosynthese. Bij dit proces komt zuurstof vrij. Fotosynthese vindt plaats in de bladeren van de boom. Een boom zonder bladeren kan geen suiker aanmaken en heeft dus niets te eten.
Een levende boomstronk?
De schrijver vertelt dat hij door een bos loopt en een boomstronk ziet, omringd door stenen. Wanneer hij een steen wil optillen lukt dit niet. De steen zit vast aan de grond. Als hij beter kijkt en voelt, ziet hij dat de steen geen steen is, maar hard hout. Wanneer hij met een mes de bovenste laag van het hout weghaalt, ziet hij een groene kleur. Dat is gek, want de kleur groen is het biologisch pigment in de bladcellen van bomen (genaamd chlorophyl).
Chlorophyl vangt zonlicht op en zet de energie daarvan om in energie die gebruikt wordt voor fotosynthese (volg je het nog?). Anders gezegd: de boomstronk had duidelijk suiker in zijn bezit en dus te eten, terwijl de boomstronk al járen geen bladeren meer had die normaalgesproken voor de suiker zorgen. Het was duidelijk: de boomstronk kreeg hulp.
Bomen zijn verbonden met elkaar
Duitse onderzoekers hebben aangetoond dat de meeste bomen van eenzelfde soort die bij elkaar groeien verbonden zijn door hun wortelsystemen. De bomen kunnen de wortels van hun eigen soort onderscheiden van andere soorten. De bomen blijken hun voeding met elkaar te delen, zelfs met hun zieke buurman.
Naast dat bomen voedsel met elkaar delen, delen zij ook informatie met elkaar. Dat lees je goed: bomen communiceren. Hoe ze dat doen lees je onder andere in mijn blog “Schimmel & bomen: beste vrienden?“.
Waarom helpen bomen elkaar?
Goed, bomen zijn dus sociaal en helpen elkaar. Maar waarom? Het antwoord op die vraag is simpel: samenwerken heeft veel voordelen voor bomen. Een boom alleen is onderworpen aan wind en weer. Een bos, daarentegen, kan een ecosysteem creëren dat warmte en kou reguleert, meer water opslaat en veel luchtvochtigheid produceert.
Bomen in een bos worden veel ouder dan solo bomen: hoe meer bomen, des te beter het ecosysteem werkt en des te beter de leefomgeving voor de boom is. Elke boom, ziek of niet, is daarom waardevol voor de ‘community’ en de moeite waard om zo lang mogelijk in leven te houden.
Loners
De diepgaande vriendschappen waarbij ook zieke bomen zo lang mogelijk in leven worden gehouden, vind je alleen in ongestoorde bossen. De bomen die geplant worden in Europa zouden zich meer als loners gedragen en amper kunnen netwerken met hun soort. De schrijver verwijst naar hoofdstuk 27. Zodra ik daar ben aangekomen in het boek, laat ik daar meer over horen!
Meer bomenfeitjes?
Meer leren over bomen? Boommade blogt over bomen. Liever leren van een echte kenner? Ik raad dit boek over bomen dus aan. Het leest lekker en is en heel leerzaam! Ik stond versteld van de ‘kracht’ van bomen.
Drie mini kunstboompjes van Boommade